Splitsing in 1928

Tijdens een voorzittersverkiezing in 1928 kwam er echter onenigheid in de zangvereniging. Beide toenmalige onderwijzers (Geudens en Vercammen) wilden voorzitter worden en schaarden een gedeelte van de zangers achter zich. Van toen af gingen 2 verenigingen elk hun eigen weg. Geudens bleef met de Lindekring in de zaal "de Bijl" (vlakbij de vroegere Lindeboom) en Vercammen stichtte de maatschappij "De Eendracht", die haar eveneens merkwaardige levensloop begon in "De Snelle Vlucht". Zeggen dat alles koek en ei was tussen beide verenigingen is zeker niet de volledige waarheid. Toch bleef alles meestal beperkt tot een onaantastbare liefde en inzet voor de eigen maatschappij en een meestal niet gemeende schampere opmerking over de "andere". Andere oorzaken zoeken voor deze scheiding is niet belangrijk. Laten we er ons toe beperken door te stellen dat de onderlinge (gezonde) naijver tussen beide verenigingen één van de stuwende krachten is geweest voor de levenskracht van beide.
Toen baron Van de Put van het Zoerselhof de "Eendracht" aan instrumenten hielp om er een harmonie van te maken, kregen de Lindekringers het op hun heupen. Ze waren een gedeelte van hun leden verloren, maar niet hun levenskracht. Wat die "Eendracht" kon, konden zij ook én zonder sponsors! Het onmogelijke werd gedaan om ook een muziekvereniging op te richten en menigeen moest alle moeite van de wereld doen om aan een instrument te geraken. Slechts twee leden beschikten erover. Het waren Georges Schrijvers en Frans de Houwer (voor de Zoerselaars: vader van Karel, Gust en Jef). Zij waren spelende leden van de Harmonie "Sint-Laurentius" te Oostmalle. Ernest Schrijvers hield thuis een vurig pleidooi om ook een instrument te krijgen en Staf Eelen raapte zoveel beenderen en mastentoppen bijeen voor de man met de hondenkar uit Lier dat vader Eelen slechts 25 BEF moest bijleggen. Vader Van Dijck sponsorde 1000 frank en alzo kwam men aan een voldoend aantal instrumenten om als groep te kunnen repeteren.
Na amper drie maanden waagde men de eerste stap. Het in gelid stappen had men geleerd in de wei van Georges Schrijvers. Als men weet dat daar steeds koeien stonden, begrijpt men best de ongemakken welke deze repetities met zich mee brachten... Zangmeester Geuens had intussen de plaats geruimd voor dirigent Quadevlieg uit Turnhout. Met hun nieuwe instrumenten en hun nieuwe vlag poseerden ze fier voor de herberg "De Tramstatie". Charles Veresen, herbergier en tevens lid van de fanfare had ondanks de "wet Vandevelde" waarschijnlijk de nodige "wittekes" getrakteerd om iedereen een flinke dosis moed in te pompen. Gelukkig is de foto van deze eerste optocht bewaard. We herkennen o.a. August Van Giel (grosse-caisse), Karel Van Dijck en Petrus Vervecken (beiden trommelaars), Louis Schrijvers en Gust Bartholomeeussen (beiden bugels). Eén van de eerste muziekstukken was de "Mogador - Pas redoublé" van G. Gadienne. Ofschoon getuigen van het eerste uur opmerken dat de toenmalige leuze van de fanfare "hoe meer lawaai, hoe beter" was, toch waren de nieuwbakken muzikanten niet weinig fier met hun eerste "pardeblee".
Tussen beide wereldoorlogen volgden de dirigenten elkaar op: Quadvlieg, Nooyens, Constant Weyns (Steurs). Anekdotes over het leven van de Lindekring in de dertiger jaren zijn er genoeg. Graag laten we jullie hier van enkele meegenieten.
Eén van de grote praktische problemen toentertijd was het vervoer van muzikanten naar de festivals. De Lindekring is in '34 of '35 naar Wommelgem getrokken met o.a. de karren van de bakker en de beenhouwer. Naar Gooreind trok men op een kolencamion. Na een grondige reinigingsbeurt had men er losse banken op geplaatst. Karel Van Dyck en met hem vele andere Lindekringers bekenden achteraf dat zij in menige bocht op de slechte kasseien van toen, hun akte van berouw opzegden. Of lag het niet alleen aan de slechte kasseien? Enfin, op het festival van Wommelgem aangekomen, brak er een grote paniek onder de aanwezigen uit: een grote brand te Vlimmeren jaagt de mannen van die gemeente, met de "gerre" op kop, naar huis. Gans het festival lag in duigen... De hele verplaatsing was een maat voor niets geweest ...
Op het festival in ons eigenste Zoersel, zijn er problemen gerezen tussen de muzikanten van "Eulegoem" (Oelegem) en die van hier. Een bekwaam toneelspeler van Zoersel streelde even de blinkende kletskop van een "Eullegoemse" muzikant en het zat er onder de Lindeboom bovenarms op! Zelfs de burgemeester van Oelegem moest tussenkomen. Tenslotte droop Oelegem af, om 's anderendaags terug te keren. Louis Schrijvers kwam juist terug uit de Hooidonkse bemden met een kar "toemert" (tweede snede hooi). Gelukkig herkenden ze hem niet. Louis heeft echter steeds beweerd dat hij er niets mee te maken had!